Suakin 15 t/m 17 maart 2023
Aangekomen in Sudan
Van de ooit florerende handelspost resten slechts nog ruïnes.
Bij het binnenvaren passeren we “old Suakin Island” waarop geen enkel gebouw meer compleet is of rechtop staat.
De agent, meneer Mohamed, die we hier verplicht moeten inhuren voor de inklaring, komt aan boord en is zeer efficiënt. Het papierwerk wordt geregeld, een simkaart, 250 liter diesel en lokaal geld. De rekening wordt opgemaakt, en inclusief de $300,- voor de agent zijn we zo op de armste plek waar we ooit zijn geweest binnen 10 minuten al $800,- lichter.
Bij het binnenvaren van Suakin passeren we Old Suakin Island.
Uitzicht vanaf de ankerplek
Diesel tanken in Sudan. Met een hevelslang gaat de brandstof vanuit de grote blauwe jerrycans via een filter onze tank in.
Sanne en agent Mohamed.
Verwondering en verbazing
We mogen aan wal en vallen van de ene in de andere verbazing terwijl we tussen de brokstukken lopen van wat ooit een stad was die echt wat voorstelde. Naast de weg, tussen twee huizen in op een stapel stenen wat vast ook ooit een huis moet zijn geweest, zit een man op zijn hurken zijn behoefte te doen. Zomaar in het openbaar, zonder water of papier.
We lopen verder tussen gammele karretjes voortgetrokken door ezeltjes en mannen met grote messen om hun schouders. Het lijken wel zwaarden waardoor we ons in de Middeleeuwen wanen, maar dan met zandkastelen in plaats van immense forten en ridders in stoffige jurken.
Voor de eerste keer aan wal in Sudan. Op de achtergrond kun je Incentive voor anker zien liggen.
Deze man verkoopt messen en zwaarden op straat. We kopen een klein mes als aandenken aan Suakin en geven het grote zwaard weer aan hem terug.
De moskee is het enige gebouw dat nog enigszins intact lijkt.
Overal lopen geiten op de weg
Er rijden meer tuktuk's dan auto's hier
En als ze stuk zijn worden ze hier gerepareerd.
Het lijkt alsof we in de Middeleeuwen zijn beland.
Even boodschappen doen
We slaan linksaf bij een stapel stenen kruiken en komen terecht op de markt. Een jongen van een jaar of 12 verkoopt platte broden en gedraagt zich als een echte marktkoopman, een oude rot in het vak. Nonchalant haalt hij een stapeltje geld uit zijn zak en overhandigd ons het wisselgeld.
Af en toe wordt ik door een man aangestaard met een blik die ik niet anders kan omschrijven dan dierlijk. Ondanks mijn lange legging en jurk met lange mouwen voel ik me bekeken worden als een soort prooi. Hoewel de meeste mensen ontzettend aardig zijn zit er zo nu en dan toch wel een engerd tussen.
Ook een stoet van mannen in auto’s en karren schreeuwend en met messen zwaaiend, waarvan wij denken dat het een soort protest betreft, komt heel intimiderend over. Ik plak aan Rik zijn zijde en wijk er even niet van af.
Vrouwen zie ik amper op straat en echte huizen zijn er ook niet. Ik stel me voor hoe de vrouwen hier waarschijnlijk met een verzameling kinderen verstopt zitten en moeten zien te overleven in deze puinhoop. Een zeer sober bestaan.
Drukte en chaos op de markt.
Broden verkoper op de markt
Bij deze jongeman kopen we een paar platte broden die verrassend lekker smaken.
De best georganiseerde winkel van de stad
Zelfs deze dromedarissen zijn ondervoed. Vlak naast dit gebouw bevindt zich een overdekte markt.
We kopen groenten en fruit in voor de volgende etappe door de Rode Zee waar we waarschijnlijk geen verswaren meer kunnen krijgen.
Bij de vleesafdeling zit deze jongen op de toonbank.
Deze vrouw maalt kruiden met een stok in een grote houten kom.
We stuiten op een soort van protest en hebben er geen goed gevoel bij. Drie weken na ons vertrek uit Sudan brak er in het land een conflict uit. Wellicht dat dit hier al iets mee te maken heeft gehad.
Achter de markt beginnen de krottenwijken. We zien weinig mensen en al zeker geen vrouwen. Ik stel me voor hoe ze hier binnen zitten met hun kinderen en wat een zwaar bestaan het moet zijn.
En helaas zijn er veel van dit soort wijken.
Het echte Afrika?
Echt overal ligt afval op de grond. Wat er is doorgedrongen van de westerse wereld heeft de natuur in ieder geval niet veel goed gedaan. Er scharrelen wat geiten rond die plastic zakjes uit dorre struiken plukken en de hoeveelheid plastic flessen is onbeschrijfelijk. Afgedankte vrachtwagens uit Europa zijn bezig aan een tweede leven en staan hier langs de weg met opleggers uit het jaar nul erachter. Het toeval wil dat we er zelfs een tegenkomen die voorheen eigendom was van een bedrijf zo’n 20 kilometer bij ons thuisdorp vandaan. We passeren het ziekenhuis. Een groezelig gebouw waar een bord met de tekst “emergency center for severe malnutrition” mijn hart even doet overslaan. Afrika komt even heel hard binnen. Voor het hek ligt een roze kinderjasje op de grond. Ik vraag me af hoe het met het meisje gaat van wie de jas ooit geweest is.
Na het zien van het ziekenhuis slaan we ook de hutjes die doorgaan voor restaurant maar over. We zijn wel wat gewend maar willen hier liever niet ziek worden.
Is dit dan het echte Afrika?
Ja, hier op deze plek is dit het echte Afrika maar het is vast niet overal zo.
Er ligt echt over een onbeschrijfelijke hoeveelheid plastic. De geiten proberen tussen het afval nog een stukje groen te vinden.
Het is triest om te zien hoe vervuild het overal is. Hoe zou het er hier over tien jaar uitzien?
Dit restaurantje ziet er nog enigszins verzorgd uit, maar we besluiten het toch over te slaan en gewoon aan boord te eten.
We verbazen ons over de voertuigen die hier rondrijden.
Ook deze auto is nog gewoon in gebruik
Een oude vrachtwagen van Driessen Transport uit het Limburgse dorp Horst is hier bezig aan een tweede leven.
Met het boodschappenkarretje vol keren we terug naar Incentive en maken ons op voor de volgende etappe door de Rode Zee.