Clifton 20 t/m 24 maart 2018
Na een nachtje doorzeilen hebben we ’s ochtends weer land in zicht. In de regen varen we de laatste mijlen naar Clifton. Na regen komt zonneschijn, zo ook op dit eiland, en bij het binnenvaren van de baai is het gelukkig weer droog.
Nog voordat we een mooi plekje uitgezocht hebben komt het eerste lokale bootje langszij. Deze meneer adviseert een mooring te pakken omdat het erg druk is en de ankergrond niet best is. Hij heeft het beste met ons voor en toevallig een aantal privé moorings die op de beste plek in de hele baai liggen. Hij zegt er absoluut niet op uit te zijn om geld te verdienen maar deze uitspraak trekken Rik en ik toch zeer in twijfel.
We zien de Panta Rhei liggen en kiezen een mooring in de buurt. De man van de privé moorings is ongevraagd heel behulpzaam bij het aanleggen maar wil uiteraard wel een vergoeding voor zijn inspanningen. We hebben nog geen Caribische dollars en kunnen dus niks betalen maar de man verzekert ons dat hij later terug zal komen om zijn fooi op te halen.
Oké we zijn op Union Island. De baai is prachtig en het water is zo helder dat je de bodem kunt zien terwijl het tien meter diep is. We bouwen de dinghy op omdat we zo moeten gaan inklaren.
Wacht, daar komt de volgende boot langszij. Dit keer wordt er bananenbrood verkocht. “We hebben al brood dankjewel” zeg ik. “Bananencake dan?” vraagt de man. “Nee dankjewel” is mijn antwoord.
Waar was ik gebleven…oja, inklaren. We ruimen nog wat spulletjes op, eten buiten in het zonnetje een boterham en… de volgende topaanbieding is alweer in aantocht. Nog geen uur na aankomst hebben we een privé mooring, brood, cake, vis, kreeft en diesel aangeboden gekregen en steeds vriendelijk bedankt.
Als er een boot de baai binnen komt varen liggen er wel zes bootjes klaar die als vliegen op stront op hun doel af gaan. Het wordt tijd om naar de kant te gaan.
Er is een heus dinghy-dock waar we vastknopen. Daar staat de volgende te wachten die wel wat benzine voor de buitenboordmotor voor ons wil regelen. “Nee bedankt!” zeggen we in koor.
Het inklaren valt ontzettend mee en is snel gepiept. Slechts één formulier hoeft ingevuld te worden en er moeten uiteraard een aantal dollars betaald worden. Daarna krijgen we de stempels en zijn we klaar.
Het is even wennen na het rustige Tobago om hutje mutje in een volle baai te liggen. Het is een leuk weerzien met Bert en Mirthe van de Panta Rhei. We borrelen bij een bar op het rif die alleen per dinghy te bereiken is. Ronde twee van de borrel vindt plaats aan boord van de Incentive waarbij we onderzoeken wat een goede rum-punch-mix is met de beschikbare fruitsapjes aan boord. De combinatie met peer/ananas blijkt bijzonder aangenaam!
Overdag zien we de kitesurfers voor de boten langsrazen en snorkelen we bij het rif. Rik duikt een prachtige grote schelp op die ons heel bijzonder leek. Achteraf bleek het om een conch te gaan, iets wat hier op elke hoek van de straat op het menu staat. We kijken eens goed om ons heen en zien dan bergen van dit soort schelpen op het strand en in het water liggen. Tot zover dus onze bijzondere vondst.
Voor we verder gaan willen we nog wat boodschappen doen maar het blijkt dat alles verschrikkelijk duur is. We keren terug naar de Incentive met een leeg boodschappenkarretje en een klein tasje met het minimum aan spullen die we nodig hebben tot we op Bequia weer naar de winkel kunnen.
Om de lokale boatboys toch wat te gunnen vragen we of we een visje kunnen kopen. We krijgen een piepklein tonijntje aangeboden voor de speciale prijs van omgerekend 30 euro. Omdat hij geen goedkoper alternatief in zijn assortiment heeft gaat ook deze deal helaas niet door.
We maken nog een wandeling over het eiland waarbij we gezelschap krijgen van twee honden en we uitkomen bij een prachtig klein strandje aan de andere kant van het eiland.