Oranjebaai 10 t/m 13 mei 2018
Na Nevis en Saint Kitts voorbij te zijn gezeild komt Sint Eustatius in zicht. Vroeger schijnt Eustatius een zeer welvaren eiland te zijn geweest en werd ook wel de “Golden Rock” genoemd. Dit was namelijk het enige eiland waar vrije handel gedreven kon worden waardoor er heel veel geld verdiend werd. Op dit moment gaat het wat minder goed met de economie van Eustatius en de Nederlandse overheid heeft besloten om de controle over te nemen en toezicht te houden.
Hoe een en ander politiek in elkaar steekt is maar moeilijk te achterhalen. Het schijnt op dit moment in ieder geval een behoorlijke (corrupte) bende te zijn.
Eustatius is maar klein en heeft weinig mogelijkheden om goed te ankeren. Oranjestad is eigenlijk de enige optie. Zodra ons anker de bodem raakt begint ook de zon al onder te gaan. We hebben de hele dag gevaren en besluiten de formaliteiten tot morgenochtend te bewaren.
De nachtrust is niet geweldig aangezien de Incentive van bakboord naar stuurboord rolt op de golven. We zijn vroeg wakker en melden we ons bij de autoriteiten. Gelukkig is het niet ver vanaf de plek waar we de dinghy vastleggen omdat ik nog niet goed kan lopen door het ongelukje op Antigua.
De meeste mensen op het eiland spreken Engels, Papiaments en sommigen ook Nederlands. De officials kunnen we allemaal in het Nederlands aanspreken. Erg leuk maar ook wel bijzonder om hier je eigen taal te kunnen spreken.
De inklaringsprocedure verloopt snel en zeer relaxed en we informeren naar de mogelijkheid om een auto of scooter te huren. We zouden graag te voet het eiland verkennen maar door mijn blessure is wandelen uitgesloten. De vriendelijke douanier vertelt deze mogelijkheden beperkt en heel duur zijn. We zijn een beetje teleurgesteld en vrezen dat we niet heel veel van het eiland zullen gaan zien. Als we het kantoor willen verlaten vraagt de douanier ons om even buiten te wachten en kort daarop komt ook hij naar buiten met het aanbod om ons het eiland te laten zien met zijn auto, nou ja zijn auto; de dienstauto van de marechaussee welteverstaan. Na jaren belasting te hebben betaald vind Rik dit wel het minste wat de overheid voor ons kan doen maar we waarderen het enorm van deze aardige man.
De auto van onze gids. In de verte zie je Saint Kitts liggen.
"The Quill" (verengelsing van het Nederlandse "De Kuil") is de 601 meter hoge vulkaan op Sint Eustatius.
Hij laat ons het hele eiland zien en vertelt honderduit over ”zijn” eiland. Ook schroomt hij niet om even de zwaailichten aan te zetten en tegen het verkeer in te rijden: alles voor belangrijke gasten. Onze gids vertelt dat er morgen hoog bezoek komt. Zoals gezegd heeft Nederland het bestuur (tijdelijk) overgenomen en morgen komen Mark Rutte en staatssecretaris Raymond Knops dit even controleren. Onze gids is hier niet echt van onder de indruk en baalt er vooral van dat hij moet werken op deze zondag. Meneer Rutte is niet erg geliefd, maar meneer Knops mogen ze blijkbaar wel.
de volgende dag komen we het hele gezelschap toevallig tegen. Uiteraard wappert zowel de vlag van Nederland als die van Sint Eustatius.
De tour over het eiland eindigt bij Fort Oranje waar we uit de auto stappen en onze gids vriendelijk bedanken. Rik loopt en ik strompel wat rond door de stad en we bezoeken het Fort.
De Nederlandse invloeden zijn duidelijk zichtbaar
Gebouw in het centrum van Oranjestad
Fort Oranje
Ik dacht dat ik het stukje terug naar de ankerplek wel kon overbruggen maar dit blijkt toch wat te veel van het goede. We besluiten te liften en de eerste auto die we zien stopt direct voor ons. De bijrijder zit gezellig met een flesje bier en een joint te relaxen en vind het uiteraard geen enkel probleem om ons even naar de dinghy te brengen, ze moeten toch die kant op. Het valt ons op dat alle mensen die we spreken erg vriendelijk en behulpzaam zijn.
’s Avonds besluiten we voor een drankje naar de kant te gaan.
We komen uit bij de Harbour Club waar we kennis maken met de Nederlandse Minke die hier werkt. We genieten van frikadellen en kroketten en kletsen gezellig met het Nederlandse personeel. Het is wel duidelijk dat er van stress en werkdruk hier geen sprake is.
De nachtrust is wederom niet best en zelfs in de slingerkooi op de bank wordt ik regelmatig wakker doordat het zo erg rolt. Het is tijd om verder te gaan. We hebben absoluut geen spijt van ons bezoek aan Sint Eustatius ofwel Statia zoals het hier genoemd wordt. Een beschutte ankerplek zou het verblijf echter een stuk comfortabeler maken. We melden ons af bij de autoriteiten en gaan ankerop naar onze volgende bestemming: Sint Maarten.