Linton (2) 18 februari t/m 12 maart 2019
En dan moeten we weer aan het werk! ’s Morgens vroeg wordt ons huisje uit het water getakeld en zien we een mooie dikke laag zwart/bruine smurrie waarmee het hele onderwaterschip bedekt is. Rik en ik kijken elkaar aan en voelen de spierpijn van het dagenlang krabben en schuren al in onze armen.
Maar dan wordt de hogedrukreiniger gestart en wacht ons een aangename verrassing. Alle smurrie en tevens de oude lagen antifouling (aangroeiwerende verf) verdwijnen als sneeuw voor de zon en er blijft een primerlaag met hier en daar een vlekje oude antifouling over. Deze meevaller zorgt ervoor dat we nog dezelfde dag het schuurwerk af kunnen ronden.
De prijzen voor antifouling, de kosten voor stalling op de kant en het in en uit het water halen van onze boot zijn hier redelijk gunstig. Uiteindelijk gaan we voor een primer Vicoat Tiecoat (hechtlaag zodat de nieuwe antifouling zeker aan de oude blijft plakken) en de Sigma Ecofleet 530 in de kleur roodbruin (omdat dit de goedkoopste kleur is).
Tevreden proosten we tijdens zonsondergang op de gemaakte vorderingen bij het tankstation op het haventerrein.
Bij het tankstation verzamelen zich aan het einde van de middag de zeezwervers die in deze baai verblijven. De een is pas een paar dagen hier, de ander is wat langer blijven plakken en hoort zo’n beetje bij het interieur. De dame van het tankstation komt naar buiten om met een lange houten stok de voorraad brandstof te peilen en roept dan voor de laatste ronde waarop zich een rij vormt in het kleine winkeltje en er nieuwe 6-packs op tafel verschijnen.
Tijdens de eerste controle van ons onderwaterschip zijn we erachter gekomen dat ons schroefaslager wat te veel speling heeft en daarom vervangen moet worden. Toeval wil dat de watersportzaak op het haventerrein een dergelijk lager heeft liggen. Het leek er in ieder geval verdacht veel op maar de buitendiameter is toch net iets te groot waardoor het niet past. Niet getreurd, want de lokale Handy Jack weet wel iemand met een draaibank en wil voor omgerekend 50 euro wel met ons lager op pad. Na een dag komt hij terug met het afgedraaide lager en je voelt hem denk ik wel aankomen….er is net iets te veel afgedraaid waardoor het lager nu te klein is en we het dus niet meer kunnen gebruiken. Een ander lager is in de verre omstreek niet te krijgen en zal uit Europa moeten komen.
De mobiele werkplaats van de lokale Handy Jack
En dan sta je op de kant in Panama zonder schroefaslager dus wat doe je dan? Je vertelt je verhaal tijdens de borrel en dan volgt vanzelf de oplossing. Onze Duitse buren krijgen ons verhaal mee en vertellen dat ze volgende week bezoek krijgen van een vriendin uit Duitsland. Zij kan ons lager gemakkelijk meenemen en zo wordt ook dit probleem verholpen.
We stappen in de bus voor een 2 uur durend busavontuur naar Colon om nog wat verfbenodigdheden en klusmateriaal te bemachtigen. We moeten op de terugweg bij het busstation nog even wachten voor de bus vertrekt maar we zoeken alvast een plekje want de ervaring leert dat een zitplaats niet altijd als vanzelfsprekend beschouwd kan worden.
Busstation Colon
Ik neem plaats naast een flinke mevrouw met idem boodschappentassen. Ik worstel me voorbij deze dame en vouw mezelf in het stoeltje aan het raam. Vervolgens stapelt Rik onze boodschappentassen op mijn schoot en kan ik me nauwelijks meer bewegen, maar gelukkig wel nog door het raampje naar buiten kijken.
Nog voor de bus vertrokken is voel ik opeens iets op mijn been, kijk voorzichtig naar beneden en begin heel hard te gillen. RIIIIIIIIIIIIKKKKKK een kakkerlak!!!!! De mensen om me heen kijken me verschrikt aan en Rik begint heel hard te lachen en legt aan de mede passagiers uit dat het slechts om een kakkerlak gaat waarop iedereen ontzettend in de lach schiet. Ondertussen zit ik nog met dat beest ergens bij mijn voeten en na twee uur met zweetdruppels op het voorhoofd stap ik opgelucht uit de bus en ben eigenlijk tevens genezen van een irrationele angst voor kakkerlakken. Eind goed, al goed.
Het schilderen van ons onderwaterschip is zo gepiept en de romp wordt gecleand en mooi in de was gezet. Incentive ziet er weer uit als nieuw!
Op het haventerrein is een klein restaurantje waar we voor 5 dollar per persoon een warme maaltijd inclusief soep en huisgemaakte limonade kunnen nuttigen of afhalen. Hier maken we tijdens de dagen dat we aan het klussen zijn dankbaar gebruik van.
havenrestaurant
Eten op de werkplek
Tegenover het haventerrein ligt een klein eilandje waar een groepje slingerapen te vinden is. We gaan er met de dinghy naartoe en merken dat de beestjes absoluut niet bang zijn. Ze hebben het snel in de gaten als er fruit op het strand gelegd wordt!
En dan is het wachten op ons nieuwe schroefaslager. Toevallig valt dit samen met het moment dat Hans en Roos met zeilboot Vagebond door het Panamakanaal gaan en ze vragen ons om mee te varen als zogenaamde linehandlers.
Het Panamakanaal is een wereldberoemd kanaal van 81 kilometer lang waarin zich 6 sluizen bevinden. Het verbind de Caribische zee met de Grote Oceaan en wordt daarom ook wel de poort naar de Pacific genoemd. Om door het kanaal te mogen is een van de eisen dat er minimaal 4 linehandlers aan boord dienen te zijn om in de sluizen de lijnen vast te houden.
Wij mogen daarom met de Vagebond mee wat een super leuke ervaring is! Ook de Duitse Ralph en Monika van zeilboot Mora gaan mee en maken de bemanning compleet.
vlnr: Sanne, Rik, Hans, Roos, Monica, Ralph
We varen vanuit Linton naar Shelter Bay Marina waar we te horen krijgen dat we nog een dagje moeten wachten omdat het schema gewijzigd is. We maken nog een mooie wandeling en gaan met het boodschappenbusje naar Colon voor de laatste inkopen.
Het lijkt alsof we op de set van JungleBook rondlopen
In de marina komen we nog een aantal bekenden tegen en een gevangen tonijn van maarliefst 10kg wordt ’s avonds gegrild en verdeeld.
Zondag 3 maart is het zo ver en gaan we door de Gatun locks, de eerste drie sluizen aan de Caribische zijde van het kanaal. Het is erg indrukwekkend met al de grote vrachtschepen om ons heen. We gaan in drie stappen 26m omhoog.
Tegen 17uur liggen we aan een grote mooring op het Gatun meer die niet veel later de “borrelboei”genoemd wordt.
Vagebond aan de mooring op het Gatun meer
Rik op de borrelboei
We mogen niet ankeren en een uurtje later volgen er nog 3 boten die ook aan de mooring en langszij vastknopen. Het is een drukte van jewelste aangezien er op ieder schip minstens vier linehandlers aan boord zijn naast de gewone bemanning. Op twee schepen zijn ook nog een aantal kinderen die er helemaal een feestje van maken. Maandag om 9 uur gaan we verder, op de motor want zeilen mag niet. De eerste sluis is San Pedro waar we 9.5m omlaag gaan. Verderop komen de MiraFlora sluizen. De poort naar de Pacific. In twee stappen gaan we nog eens 16.5m omlaag. Dan gaan de deuren open en mogen we een eerste blik werpen op de Pacific. Er wordt gevierd aan boord.
De dag erna nemen we afscheid van Hans en Roos die een prachtig pacific avontuur te wachten staat. Samen met Ralph en Monica reizen we vanuit Panamastad terug naar Colon en vervolgens naar Linton.
Ons schroefaslager is inmiddels gearriveerd en past (gelukkig) als gegoten. Daarmee zijn alle werkzaamheden afgerond en kunnen we te water.
Dit betekent tegelijk dat we ons klaar gaan maken voor nieuwe reizen. Vanwege een nationale feestdag en een gesloten immigratiekantoor reizen we nog twee maal naar Portobello om uit te klaren en als afscheid gaan we nog een keer met Loud en Marlène uit eten bij Hans. Dan hijsen we de zeilen en varen de ochtendzon tegemoet, op weg naar nieuwe avonturen.
Het publiek wordt gekoeld tijdens de festiviteiten in Portobello
Uitklaren….we doen het zelf wel!
Taxi terug naar Linton