Archiepiélago de las Perlas 1 t/m 17 mei 2020
Van leven in ultieme vrijheid naar een wereld waarin niemand je eigenlijk meer wil. Tenminste, zo voelt dat. Het is heel raar om te beseffen dat we zo tussen twee werelden in zweven en dat al zestig dagen lang. We zijn uitgeklaard uit Panama en kunnen niet meer terug. Op iedere denkbare plek waar we naartoe zouden kunnen zeilen zijn we officieel niet meer welkom. Het voelt heel vreemd en onwerkelijk om nergens meer welkom te zijn. Je gaat jezelf bijna als een soort vluchteling zien die probeert overzees Europees grondgebied te bereiken. We hebben al zestig dagen afgewacht uit angst voor veranderingen in de situatie in Nederland en uit respect voor de regels in de rest van de wereld.
Zestig dagen niet aan land mogen op bewoonde eilanden, zestig dagen zo zuinig mogelijk zijn met alle voorraden omdat we deze willen sparen voor de oversteek naar Frans Polynesië wat op dit moment nog steeds de beste en veiligste optie lijkt. De ene dag gaat het goed en leggen we onverwachts nieuwe contacten met zeilers die in hetzelfde schuitje zitten en elkaar helpen waar ze kunnen. Gevangen visjes, verse groenten, ideeën, verhalen, tranen en glimlachen worden met elkaar gedeeld. Tegelijkertijd ben ik onzeker, durf niet zo goed en wil afstand houden. Iets wat totaal niet past bij de levensstijl die we de afgelopen drie jaar als normaal mochten beschouwen.
De laatste nacht die ik onafgebroken heb geslapen kan ik me niet meer herinneren. Zorgen over vrienden en familie, de toekomst, diefstal op ankerplekken en fikse onweersbuien houden me uit mijn slaap. Het is meer dan dertig graden binnen in de boot en buiten valt de regen met bakken uit de hemel terwijl een bliksemflits de nabije omgeving heel eventjes verlicht. Het regenseizoen is in alle hevigheid losgebarsten.
Ik slaap op de bank en Rik slaapt in bed of andersom. Samen slapen gaat niet meer met deze temperaturen.
Overmorgen worden weer nieuwe regels bekend gemaakt in Frans Polynesië en zullen we hopelijk wat verse boodschappen in ontvangst mogen nemen. Vandaag is de laatste ui opgeofferd voor het middageten en de laatste bakbanaan ’s avonds omgetoverd in een kleine portie chips.
Ik maak me zorgen. Overmorgen valt misschien weer de droom in duigen. Misschien komt er een positief bericht en geeft dit ons kracht. Gelukkig zijn de mensen die ons lief zijn allemaal gezond en dat is op dit moment het allerbelangrijkste.