Incentive ligt in de haven, de huurauto is gereserveerd en de rugzakken zijn gepakt. We lopen het haventerrein af, op weg naar het auto verhuurbedrijf om de auto op te halen en naar de luchthaven van Varadero te rijden om onze vriend Bart op te halen en een aantal dagen door Cuba te reizen.

Maar zoals alles gaat ook dit op zijn Cubaans. Bij het verhuurbedrijf krijgen we te horen dat de door ons gereserveerde Suzuki Jimmy kapot is en er geen vervangende auto mogelijk is. Omdat zo’n beetje alles hier eigendom is van de staat interesseert het niemand of de klanten nu tevreden zijn of niet. We worden vriendelijk doch dringend verzocht naar een andere verhuurder te gaan.

Braaf als we zijn doen we dit netjes en gelukkig staan we een paar uur later naast onze bolide voor de komende dagen; een heuse “made in China” Geely.

Op de snelweg kunnen we lekker doorrijden. Met enige regelmaat komen we een oldtimer volgeladen met toeristen of spookrijdend paard en wagen tegen maar voor de rest is de snelweg helemaal leeg!

Maar zodra we van de snelweg af moeten staat ons nog een verrassing te wachten. Een half ingestorte brug belemmerd onze doorgang. Ik stap uit om Rik instructies te geven en met samengeknepen billen rolt de Geely het nog begaanbare smalle stuk van de brug over.

De auto stonk vanaf het begin al behoorlijk naar benzine, maar na dit gehobbel is het wel heel erg. We stoppen en kijken onder de auto maar er is niets geks te zien en we vervolgen onze weg.

Bij het tankstation verderop wordt duidelijk wat er aan de hand is. Terwijl Rik aan het tanken is komt de medewerker van het pompstation naar buiten rennen terwijl hij duidelijk maakt dat we direct moeten stoppen. De benzine die we er boven in gooien loopt er aan de onderkant (over een hete uitlaat) weer net zo snel uit. We zetten de auto van het tankstationterrein en overleggen wat ermee zullen doen. We moeten toch op tijd op het vliegveld zijn om Bart op te halen. Na een geslaagde testrit zonder lekkages besluiten we de auto niet verder als halfvol te tanken en toch door te rijden.

We bereiken het vliegveld van Varadero net voordat het vliegtuig landt. Met z’n drieën verlaten we Varadero en rijden naar Matanzas waar we de nacht doorbrengen. In Cuba is slapen in een hostel (Casa Particular) erg populair. Het zijn vaak goed betaalbare kamers bij iemand in huis waarbij ’s morgens ook nog een ontbijtje voor je klaarstaat. Een Casa particular is gemakkelijk te herkennen aan dit teken op de gevel.

De volgende dag staat een dagje Havana op het programma. Het is helemaal niet druk qua verkeer dus we hebben onze eigen sightseeing tour waarbij we de stad door crossen.

Natuurlijk bezoeken we onder andere het Plaza de la Revolution, Capitolio en de oude stad.

De beroemde tabakstreek willen we tijdens deze reis niet overslaan maar aangezien de afstand te groot is om bij daglicht af te leggen rijden we door tot Las Terrazzas bij een mooi bergmeer waar we wederom slapen in een Casa Particular.

De volgende ochtend zijn we alweer vroeg op pad en zien we op de kaart dat we op de route kunnen stoppen bij een waterval. Een kleine wandeling brengt ons bij de Cascade de Soroa.

Vanuit de waterval lopen we nog een stukje verder naar het uitzichtspunt Mogote de Soroa.

Daarna vervolgen we onze weg en komen aan in Vinjales in de tabakstreek.

We zien hoe de beroemde Cubaanse sigaren gemaakt worden en moeten deze uiteraard ook even proberen.

Daarna varen we nog met een klein bootje door Cueva del Indio wat mooi maar wel erg toeristisch is.

Dan is het de hoogste tijd om terug te keren naar Cienfuegos en Bart op de crewlijst te laten zetten want we willen samen natuurlijk ook nog een stukje zeilen. Maar daarover meer, de volgende keer!